Zoals iedereen weet worden de grootste wedstrijden in het wielrennen steevast in Europa gereden. In het begin van het kalenderjaar vinden de meeste races plaats in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, op het Australische continent of in het Midden-Oosten. Dit heeft er vooral mee te maken dat het weer op dat moment in Europa wat minder gunstig is. Maar wanneer het maart en langzaamaan april wordt, komen de echte klassiekers op gang. Dit is dan ook het moment voor de goede eendagsrenners om te zorgen dat ze in de perfecte vorm zijn.
De belgische en Franse kasseien klassiekers staan hoog op het verlanglijstje van velen. Toch zijn er nog veel meer wedstrijden over een dag waarvan sommigen weer meer geschikt zijn voor de klimmers. Voor iedereen valt er dus wel wat te halen in deze periode. Vanaf mei beginnen vervolgens de grote ronden. Als eerste is daar de Giro d“Italia. Dan wordt het in juli tijd voor het grootste evenement binnen het wielrennen, namelijk de Tour de France. Als laatste van de drie grote ronden is er dan nog de Vuelta d“Espana in september. Tussen deze wedstrijden door zijn er nog een aantal ronden maar die worden vooral door de renners gebruikt om zich voor te bereiden op de grote drie. Daarna komen langzaamaan de najaarsklassiekers weer op gang. Deze worden veelal in Zuid-Europa gereden maar ook in Duitsland en Frankrijk.
Uiteindelijk wordt er richting het einde van het seizoen toegewerkt naar het wereldkampioenschap. Dit vind ieder jaar op een andere locatie plaats. Deze locatie hoeft niet altijd in Europa te zijn maar is ook wel eens daar buiten. Het leuke hieraan is dat het soort parcours dus altijd iets anders is. Soms zal het meer geschikt zijn voor sprinters en andere keren meer voor de klimmers. Omdat het WK altijd wel een aparte wedstrijd is kun je toch moeilijk voorspellen wat er gaat gebeuren. Dit is immers de enige keer, samen met de Olympische Spelen die eens in de vier jaar zijn, dat renners met een team van landgenoten rijden in plaats van hun gebruikelijke ploeggenoten. Dit brengt altijd bizarre situaties met zich mee. Soms zal een renner namelijk liever een collega uit zijn eigen ploeg zien winnen dan een landgenoot. Wanneer er een kopgroep weg is met allemaal in elkaar verstrengelde belangen kan dit resulteren in een hele aparte finale.
Al deze belangen die meespelen zijn tegelijkertijd wat de sport zo enorm speciaal maakt. Wielrennen is nauwelijks met andere sporten te vergelijken doordat er zoveel meer achter zit dan de meeste mensen denken. Welke wedstrijden je het liefst ziet hangt ervan af voor welke renners je het meest bent. Veelal heeft iedere wedstrijd een bepaald soort charme. Of dit nu de vele kasseienstoken van Parijs-Roubaix zijn, De heuvels in de Ardennen van Luik-Bastenaken-Luik of de enorme hoeveelheid kilometers die meestal tot een sprint leiden in Milaan-San Remo, alles heeft iets speciaals. De grootsheid van deze sport valt daarom niet te ontkennen. Ieder jaar weer zijn de meeste koersen een absoluut feest.